Deze 5 eigenschappen heb je nodig als innovator
Onze hersenen zijn geprogrammeerd om verbanden te leggen. Daarom zijn mensen in staat om razendsnel oplossingen te zien. Deze fixatie op patronen maakt echter ook dat we ontzettend slecht zijn in het loslaten van ‘oude ideeën’. Een echte innovator is zich bewust van deze tekortkoming. De grootste vernieuwers durven dan ook hun originele idee in de prullenbak te gooien, in ruil voor een (nog) beter alternatief.
Het zit in onze aard om vast te houden aan wat we kennen. We zijn doodsbang om te verliezen wat we ‘hebben’ en voelen ons onzeker over het onbekende. Deze krachtige gevoelens zorgen er dikwijls voor dat we in een verdedigings- en/of aanvalsmodus schieten. Boos, verdrietig, teleurgesteld, agressief etc. Iedereen weet dat wanneer meningen botsen, de emoties hoog oplopen. Zodra er twee kampen ontstaan, met (ogenschijnlijke) tegengestelde belangen, zal de kloof bij elke discussie alleen maar groter worden…
Bij creativiteit draait het er niet om wie gelijk heeft. Natuurlijk komt er ook ego en doortastendheid bij kijken om een idee te pitchen, maar het gaat om veel meer dan dat. Creativiteit draait voornamelijk om het loslaten van bestaande ideeën, het omarmen van dubbelzinnigheden en het (constructief) meedenken met je ’tegenstanders’. Gelukkig zijn dit – net als creatief denken zelf – eigenschappen die je kunt leren en waar je beter in kunt worden.
5 manieren om innovatiever te worden
1. Stel een meta-doel
Doelgericht werken is cruciaal voor innovatie. Voor een innovator is het essentieel om te weten wat je wilt bereiken met een nieuw idee en waarom dit belangrijk is. Het hebben van een (hoger) doel helpt bij het overtuigen van collega’s en klanten van de waarde van het idee, en geeft hiernaast houvast gedurende het proces.
Het is belangrijk om een doel specifiek te maken. Een doel kan echter ook te specifiek zijn en juist daardoor beperken. Het beste kun je jezelf wat speelruimte geven om je doel te bereiken. Indien nodig op een andere manier dan je aanvankelijk voor ogen had. De uitkomst (wat je wilt bereiken) moet helder zijn, maar je hoeft van tevoren nog niet alle details in te vullen (hoe je dit wil gaan doen). Je zult enige flexibiliteit moeten inbouwen. Een manier om dit te doen is door een meta-doel te stellen. Een heldere uitdaging die iedereen begrijpt, maar die wel op meerdere manieren kan worden uitgevoerd.
2. Deel je gedachtegang
Open kaart spelen is vaak eng. Het maakt je kwetsbaar. Toch kun je geen verandering realiseren zonder vertrouwen. Daarom is het aan te raden om je gedachte uit te spreken. Bespreek niet alleen je gewenste uitkomst, maar leg ook uit waarom jij denkt dat dit de beste optie is. Realiseer je hierbij dat je niet alles kunt rationaliseren. Intuïtie en gevoelens zijn ook belangrijk. Als je moeite hebt om de neuzen dezelfde kant uit te krijgen, dan kun je wellicht gebruik maken van de Six Thinking Hats van Edward de Bono. Dit is een handige en simpele methode om mensen te dwingen om vanuit hetzelfde perspectief naar de uitdaging (of ideeën) te kijken, vanuit een positieve, negatieve en creatieve invalshoek.
Ga niet met je hakken in het zand zeuren dat het product groen moet worden en dat alle andere kleuren stom zijn. Dit is niet erg productief. Deel in plaats daarvan je gedachte. Bijvoorbeeld: “Ik heb de voorkeur voor groen, omdat die kleur er fris uitziet. Ik heb het gevoel dat de originele kleur blauw het product koud en onaantrekkelijk maakt voor onze klanten.” Op deze manier kun je een constructieve discussie houden. Je kunt bijvoorbeeld op zoek naar een andere kleur die er ook fris uitziet, of je kunt op een creatieve manier nadenken over manieren om het product er aantrekkelijker uit te laten zien. Je verplaatst de aandacht van een specifieke invulling (het afgekeurde idee) naar de gewenste uitkomst (op welke manier kunnen we ons doel bereiken?).
3. Wees bereid om te verschuiven
Er zijn altijd redenen te vinden waarom iets niet werkt. Zelfs als het idee briljant is, gebruikers enthousiast zijn en er een solide business case kan worden gemaakt. Er kunnen altijd verschillende argumenten worden gevonden om een idee toch niet uit te voeren. Als een innovator is het jouw taak om te blijven trekken aan het project en het te voorzien van de nodige positieve energie. In de implementatiefase zul je altijd weerstand en teleurstelling ondervinden. Een leverancier die zijn prijzen op het laatste moment verdubbelt, een investeerder die zich terugtrekt, een partner die de samenwerking beëindigt, een belangrijke klant die weggaat, een andere afdeling die je tegenwerkt etc. Op elk moment kun je tal van argumenten vinden waarom het niet gaat werken en je beter kunt stoppen. Wees je bewust dat deze dingen kunnen (en zullen) gebeuren. Leer er mee leven of ga iets anders doen.
Het kan ongelooflijk irritant zijn om tijdens de uitvoering te worden geconfronteerd met tegenslagen. Maar het hoort erbij. Als je het gevoel hebt dat je vastzit, ga dan terug naar de tekentafel. Onderzoek alternatieve manieren om je doel te bereiken en ga creatief om met de hindernissen die je hierbij in de weg staan. Ga door en blijf positief.
4. Denk mee en bied alternatieven
Als vernieuwer heb je altijd de hulp van anderen nodig om jouw ideeën uit te voeren. Je idee doordrukken heeft geen zin. Je hebt ideeën nodig die mensen inspireren en enthousiasmeren. Ideeën die tot de verbeelding spreken. Als mensen in je ideeën (en je doel) geloven, dan is de kans groot dat ze bereid zijn om hun eigen tijd en energie erin te steken. Om fans te creëren heb je empathie nodig. Je zult belanghebbenden moeten betrekken en naar hun ideeën moeten luisteren.
Natuurlijk zul je ook stuiten op mensen die niet enthousiast zijn over jouw ideeën. Het is jouw taak om hun ongemak, onzekerheid of angst weg te nemen en om ze in ambassadeurs te veranderen. Word niet boos als mensen het niet met je eens zijn. Probeer ze te begrijpen, en vanuit hun standpunt naar jouw idee te kijken. Vraag hen om toe te lichten waarom zaken wel of niet op een bepaalde manier moeten gebeuren. Probeer hun beweegredenen (en/of frustraties en angsten) in kaart te brengen. Gebruik deze waarden om aansluiting te vinden bij jouw eigen ideeën. Zodra je de kernmotivaties van mensen in kaart hebt gebracht, kun je deze gebruiken om nieuwe ideeën mee te bedenken die beter aansluiten op hun behoeften. Probeer een alternatief voorstel te ontwikkelen waar iedereen zich in kan vinden.
Als oefening kun je mensen vragen om het voor 1 minuut met je eens te zijn. (Uiteraard is het dan wel zo netjes om andersom ook 1 minuut vanuit het standpunt van je ’tegenstander’ te denken.) Verplaats je voor 60 seconden in het standpunt van de ander. Probeer de dieperliggende motivaties te begrijpen. Wat denk en/of voel je? En waarom? Na deze korte oefening heb je hoogstwaarschijnlijk een betere voorstelling van de waardes en ideeën van je ’tegenstander’. Charles Darwin gebruikte deze techniek (bekend als ‘steelmanning’) om zich voor te bereiden op de kritiek op zijn wereldberoemde boek ‘On the origin of species‘.
5. Bescherm wat belangrijk is
Alle eigenschappen hierboven draaien om het ontwikkelen van een flexibele houding. De bereidheid om je te schikken naar de omstandigheden om je doel te bereiken. Er is echter nog een andere belangrijke vaardigheid. Als innovator moet je empathisch, diplomatiek en constructief zijn. Maar… je moet ook bereid zijn om te vechten.
Het veranderen van details gedurende het proces is onvermijdelijk en zelden de discussie waard. Echter, wanneer jouw concept (je kernidee of doel) wordt uitgedaagd, wordt het tijd om de messen te slijpen. Naast het genereren van creatieve ideeën is ‘supervisie’ – het bewaken en beschermen van het concept – een van de belangrijkste taken van een innovator. Dus spaar je energie voor wanneer het er echt om gaat.
Laat niemand het doel van je innovatie veranderen gedurende het proces (tenzij ze sterke argumenten hebben en jij het volledig met ze eens bent).
Als je een creatief idee met de wereld deelt, zullen mensen altijd met toevoegingen en varianten komen. (“Wat een gaaf idee. Heb je ook gedacht aan…”, “Dit zou ook heel geschikt zijn voor…”, “Ik zou het zelf vierkant maken, in plaats van rond!”) Zolang deze ideeën waardevolle toevoegingen zijn is het prima om ze te onderzoeken. Wees echter wel terughoudend met het luisterend naar deze goedbedoelde adviezen. Voordat je het weet heb je een product of dienst met ‘Featuritis’ (een overdadigheid aan functionaliteiten). Of nog erger, ben je weggedreven van je doel en doelgroep.
Vecht voor consistentie. Als alles rood is, maak het dan niet opeens geel omdat de vrouw van de manager deze kleur zo mooi vindt (tenzij er goede redenen zijn om te kiezen voor een alternatieve vorm/invulling). Wees terughoudend met het sluiten van compromissen. Het is goed om naar iedereen te luisteren en om meningen te respecteren. Echter, het is uiteindelijk de supervisor (vaak de innovatie- of projectmanager) die de uiteindelijke beslissing maakt. De Engelsen zeggen niet voor niets: ‘A camel is a horse, designed by a committee.’
Vraag mensen om hun input, maar laat ze niet de kern van je concept veranderen. Geef kaders mee net als ouders bij hun kinderen doen. Als je aan kinderen vraagt wat ze willen eten, dan zullen ze met een grote grijns zeggen: “Patat!” of “Pizza!”. Als je in plaats daarvan vraagt ‘Wat voor soort groente wil je vanavond eten; Broccoli of Spinazie?’ dan bied je ze de mogelijkheid om inspraak te hebben, geef je ze het gevoel dat ze serieus genomen worden en stuur je tegelijkertijd hun antwoord in een richting waar je iets mee kunt.