4 redenen om een prototype te bouwen
Wanneer je een creatief idee hebt, is het verstandig om er zo snel mogelijk een prototype van te maken. Er zijn echter nogal wat manieren om een idee om te zetten in een prototype. Wat voor soort prototype het meest geschikt is voor jouw situatie, hangt af van het doel dat je ermee wilt bereiken. Er zijn grofweg vier redenen om een prototype te bouwen:
1. Je idee uitleggen – het praatstuk
Het uitleggen van een idee is niet altijd makkelijk. Woorden kunnen vaag of dubbelzinnig overkomen. Voor communicatie is het daarom meestal effectiever om je idee te visualiseren. Bijvoorbeeld door een snelle schets te maken of (in het geval van een fysiek object) door de vorm na te bootsen (bijvoorbeeld met karton of piepschuim).
Een prototype maakt je ideeën tastbaar. Het schept helderheid en zorgt er ervoor dat anderen je idee beter begrijpen. Daarbij maakt een (weggooi-)prototype het makkelijk voor collega’s om op jouw idee te reageren. Ze kunnen eenvoudig suggesties aan dragen voor toevoegingen of aanpassingen en kunnen direct voortborduren op jouw prototype. Een praatstuk hoeft niet perfect te zijn. Het kan en moet zelfs grof zijn. Een prototype dat te ver is uitgewerkt suggereert dat het idee al uit is ontwikkeld en dit kan weerstand oproepen bij anderen. Wat heeft het immers voor zin om je mening te geven als al vaststaat hoe het product eruit komt te zien? Andersom geldt dit ook – wanneer je veel tijd geïnvesteerd hebt in het bouwen van een prototype zul je minder snel bereid zijn om grote veranderingen door te voeren of om zelfs het hele prototype bij het grofvuil te zetten. Houd het daarom simpel en werk snel. Zolang het prototype maar helpt om je idee over het voetlicht te brengen en gebruikt kan worden om de voor- en nadelen te bespreken zodat het concept kan worden verbeterd.
Vormen van prototypes die je kunt gebruiken als praatstuk zijn onder andere: papieren prototypes, storyboards, app-schermen en 3D-mockups (bijvoorbeeld gemaakt van karton).
2. Je idee ‘verkopen’ – de pitch
De prototypes in deze categorie zijn uitgewerkt en zien er gelikt uit. Ze zijn ontworpen om de interesse te wekken van het publiek en om het idee te ‘verkopen’. Je kunt dit soort prototypes perfect gebruiken om je idee te pitchen bij klanten, investeerders of je leidinggevende. Deze prototypes zijn nog niet volledig (ze laten een glimp zien van de mogelijkheden), maar geven wel een goede indruk van de potentie van het idee.
Enkele prototype-vormen die je kunt gebruiken om je idee te pitchen zijn: digitale prototypes, video’s of animaties, miniatuurmodellen, voorbeeld-verpakkingen of impressie-visualisaties (bijvoorbeeld gemaakt in Photoshop).
3. Het verzamelen van feedback – de praktijktest
Prototypes zijn een geweldige manier om feedback te verzamelen en om aannames te testen. Het draait allemaal om snel ‘falen’, zodat je de risico’s kunt beperken. In de startup-wereld (waar het allemaal draait om de leercurve) geldt dan ook de gouden regel: ‘zorg ervoor dat je zo snel mogelijk en zo vaak mogelijk faalt’. Het zijn immers deze mislukkingen die leiden tot waardevolle inzichten en vernieuwing.
Het is aan te raden om je prototype zo snel mogelijk bij de beoogde gebruikers te krijgen. Zo kun je namelijk antwoord krijgen op vragen als: Hoe reageren ze op deze oplossing? Begrijpen ze de oplossing? Hoe gebruiken ze het prototype? Hoe reageren ze op het prototype? Werkt het prototype zoals je het bedoeld hebt? Lost je prototype het probleem op? etc.
Enkele prototype-vormen die je kunt gebruiken om feedback te verzamelen in de praktijk zijn: ‘Wizard of Oz’, ‘Concierge MVP’, demo’s of dummy’s.
4. Het uitwerken van de ‘werking’ – De logicatest
De laatste categorie gaat puur over het uitwerken van het concept en de werking ervan. De prototypes in deze categorie helpen om de ‘achterkant van het systeem’ te finetunen en richten zich op de manier waarop het concept werkt. Vragen die je met dit type prototype probeert te beantwoorden zijn: Hoe werkt het? Welke stappen zitten erin? Wat zijn de tussenstappen? Wat is het resultaat per stap? Wat gebeurt er wanneer? Wat zouden uitzonderingen kunnen zijn? Hoe kunnen we deze uitzonderingen opvangen? etc.
Prototype-vormen die je kunt gebruiken om de logica achter je idee te testen zijn onder andere: wireframes, customer journey mapping, process flow charts of een werkende ‘systeem-achterkant’ (bijvoorbeeld in Excel).
Het spreekt voor zich dat de prototype-vormen hierboven niet gelimiteerd zijn tot het doel waaronder ik ze heb ingedeeld. Je zult merken dat in de praktijk de bovenstaande prototype-soorten ook voor een ander doel zijn in te zetten en dat categorieën ook prima kunnen worden gecombineerd. De vier categorieën hierboven zijn puur bedoeld als een hulpmiddel voor het vinden van de juiste aanpak.
Voordat je aan de slag gaat
Voordat je aan de slag gaat met het bouwen van een prototype is het verstandig om antwoord te geven op de volgende vragen: Wat is het doel van je prototype? Wat wil je met het prototype doen en bereiken? Wat voor soort prototype wil je bouwen? (Statisch, doorklikbaar of interactief?) Voor wie is het prototype bedoeld? (Wie is je doelgroep?) Wil je een grof of een gelikt prototype maken? (Vroeg of laat stadium?) Heb je veel of weinig tijd? Hoeveel geld kan en wil je aan de bouw van je prototype uitgeven? Wil je een prototype maken van de voorkant (hoe het eruit ziet) of van de achterkant (hoe het werkt)? Wil je een prototype maken dat lang of kort meegaat? Wil je de vorm of de functie uitwerken?
Gebruik de antwoorden op bovenstaande vragen om de juiste methode en techniek te kiezen.